Blazen:

Dit jaar wordt er ook weer geoefend voor het blazen. De oefenavonden zijn in oktober en november.  Voor de  optredens en demonstraties wordt weer een schema gemaakt.. Hiervoor wordt u via de mail benaderd en bestaat de mogelijkheid om hiervoor in te tekenen als u hieraan mee wilt doen. U krijgt dan ook instructies over de regels waaraan u zich tijdens het blazen moet houden i.v.m. het Corona gevaar voor u en voor anderen.  Voor  ondersteuning en tips voor het oefenen google op muziekmaatje.nl. Hierin vind je allerlei aanwijzingen over ademhalingstechniek en blaastechniek. Succes met oefenen.


Beste Midwinterhoornblazer

1.   Inleiding

Na twee maanden volop bezig te zijn geweest met het hakken, gutsen, schaven, schuren, lakken, bandeleren, koordvlechten en versieren van uw Inleiding

midwinterhoorn is nu het moment gekomen om de midwinterhoorn te leren bespelen.

Uit ervaring is gebleken dat eenieder het midwinterhoornblazen het beste kan leren in groepsverband door om beurten te blazen en naar elkaar te luisteren. Elke hoorn en elke blazer heeft een eigen geluid, probeer te ontdekken wat bij de ander de zuivere laagste noot is. De verschillende tonen kan men blazen door de lipspanning te verhogen of te verlagen. Dagelijks vijf tot tien minuten oefenen is de beste manier om het blazen snel onder controle te krijgen.

Ga genieten van de tonen uit uw zelfgemaakte midwinterhoorn!! Tevens is het gezellig en mooi om op deze manier een stuk traditie in stand te houden en mee te werken aan het doorgeven van dit cultureel historisch erfgoed dat sinds 13 december 2013 geplaatst is op de lijst "Immaterieel Cultureel Erfgoed Van Unesco" .Ter ondersteuning en om vlot te kunnen starten hebben de instructeurs voor u allen een cursusboek samengesteld met veel tips en oefeningen. Heel veel succes en plezier met het midwinterhoornblazen!!

2.   Inhoudsopgave

  1, Inleiding

  2,  Inhoudsopgave

  3,  De happe

  4,  Het geluid van de midwinterhoorn

  5,  De blaastechniek

  6, De lippen

  7, Ademtechniek en het buzzen

  8, De foute ondertoon

  7, De eerste tonen afzonderlijk

  8, De toonomvang

  9, De eerste tonen

10, Het notenbeeld

11, Oefeningen

12, Ruimte voor eigen muziek

3.   De happe

Het mondstuk, ongeveer 12 cm lang, wordt gemaakt van twee of driejarig droog vlierhout. Zowel het blaasgat als de uitgang van het mondstuk wordt inwendig conisch geboord of gesneden. Dit blaast makkelijker en de toon is mooier. De boring van het mondstuk varieert van 8 tot 12 mm en wordt door de hoorn bepaald. Dit moet je dus uitproberen door het mondstuk steeds op de hoorn te plaatsen en te blazen. Het gat steeds iets ruimer boren totdat je de grondtoon, dit is de laagste toon, rustig kunt blazen. Mensen met dikke lippen hebben baat bij een wat groter blaasgat. Je hebt nu eenmaal trompetspelers en tubaspelers.

4.  Het geluid van de midwinterhoorn

De hoorn moet naar onze smaak een wat mystieke klank hebben. Rond van toon, maar niet helemaal zuiver. Als je op afstand een hoorn hoort geeft hij een wat geheimzinnig geluid. Dit wordt bereikt door een ruwe binnenkant. (Niet schuren). Een mooie ronde toon wordt verkregen door een wat dikkere gladde wand. Natuurlijk heeft ook het mondstuk invloed op de toon. Maak je de boring van het mondstuk te klein dan komt er een benauwd geluid uit de hoorn. Bovendien is het dan moeilijk de lage grondtoon te produceren. Dit is de laagste toon. Maak je de boring te groot dan wordt het moeilijk de hogere harmonische te produceren. De combinatie hoorn en mondstukboring moet steeds weer uitgeprobeerd worden. Mondstuk en hoorn horen dan ook bij elkaar. Een geoefend blazer haalt zeker vijf tot zeven tonen uit de hoorn. Dit zijn de z.g. natuurtonen of aliquottonen. De toonsoort wordt bepaald door de lengte, grondtoon. Dit is de laagst blaasbare toon die uit de hoorn te halen is. De riedel’ of ‘roep’ die je uit een hoorn haalt is meestal gebaseerd op het ‘trapjes’ blazen. Van laag naar hoog en terug. Sommigen vinden het mooi om te ‘jodelen’. Dit wil zeggen dat je tonen laat golven. Bijvoorbeeld van laag naar hoog en dan steeds weer één toon terug. Ieder dorp of buurschap maak zijn eigen roep. De roep eindigt altijd op dezelfde wijze zodat de collega blazer weet dat de riedel eindigt en hij/ zij over kan nemen. Het is immers ‘niet toegestaan’ en het is ook geen gehoor om gelijktijdig op meerdere hoorns te blazen. Dit laatste kan alleen bij het zogenoemde heidens kabaal. Het geluid dat de Germanen produceerden om de kwade geesten te verjagen.

Zoals al gezegd is de Midwinterhoorn een instrument welke natuurtonen produceert. Dat betekent ook dat dieren in de omgeving er over het algemeen niet op zullen reageren. Daarom gebruikt men bij de jacht ook jachthoorns om waarschuwing(signalen) te geven. Roepen zou het wild aan het schrikken maken.

Op het geluid van de hoorn reageert het wild niet. Ze kennen die tonen uit de natuur. Denk maar aan de wind langs een boom of het loeien van storm door het hout. Ook werd de midwinterhoorn vooral gebruikt als communicatiemiddel voor als er hulp nodig was.

5  De blaastechniek

Om goed te kunnen blazen is techniek daarvoor van groot belang.

Het verzamelen van voldoende lucht is nodig om de tonen te kunnen voortbrengen. Het lichaam met luchtinhoud moet gezien worden als de "versterker". De lippen en het mondstuk vormen samen de "microfoon". Dan de hoorn. Deze kan beschouwd worden als de "luidspreker".

Het middenrif is aan de buikwand vastgegroeid en de buikwand kunnen wij bewust controleren. Dat betekent dat bij het inademen: buik eruit! Bij het uitademen: buik erin! Je ziet vaak dat mensen bij het diep inademen de schouders omhoog brengen.

Dit bewerkstelligt het tegendeel van wat we eigenlijk willen bereiken. Want bij het omhoogtillen van de schouders trekken wij automatisch de buik in, het middenrif gaat omhoog en wij krijgen minder lucht de longen in.

Het strottenhoofd

Lucht hebben wij nu, dus laat het eruit. Door de luchtbuis gaat het heel makkelijk maar dan komt de volgende hindernis, het strottenhoofd. Daarmee werken wij weliswaar bij het spreken en zingen. Bij het bespelen van ons instrument mag het geen hindernis vormen. De keelspieren en strottenhoofd moeten ontspannen en losjes zijn. Elk foutje wat je hier maakt wordt direct gehoord. De klank wordt dof en krakerig in plaats van klaar en helder. Dat betekent dat je bij het oefenen goed naar jezelf moet luisteren.


6  De lippen

Om goed te kunnen blazen is voldoende lipspanning en longinhoud van belang. Niet goed is het zich aanwennen om de lippen te hard op het mondstuk te drukken. De controle over het blazen gaat dan snel verloren en de lippen kunnen daardoor geblesseerd raken.

Ook de stand van de lippen op de opening van het mondstuk is van belang. Vaak zien we dat blazers zich hebben aangeleerd om met de zijkant van de mond op de opening van het mondstuk te blazen. Dat heeft twee redenen. De vorm van het mondstuk geeft daarvoor een beetje de aanleiding. Maar vooral om voldoende geluidsniveau te halen en te houden maken sommige blazers van deze methode gebruik. Beter is het om direct bij begin aan te leren om met het midden van de mond en de lippen de blaastechniek langzaam maar zeker op te gaan bouwen.

De lippen zijn een gevoelig lichaamsonderdeel die vele zenuweinden minuscule bloedvaatjes bevatten die allemaal samenkomen in het midden van de mond. Dus daarmee is al voldoende aangegeven dat het aan te bevelen is om te blazen met het midden van de mond zoveel mogelijk aan te houden.

Bij het blazen van de eerste toon of tonen is het van belang deze rustig en niet te hard aan te zetten. Daarmee kan het gevoel van toonzetting beter worden ervaren. Is de controle van toonzetting een beetje aanwezig dan pas kan er geprobeerd worden ook de tonen wat harder te gaan blazen. Een goede oefening is om een lage toon zacht aan te zetten en vervolgens deze harder en weer zachter blazen. Daarbij te proberen dat zo lang de lucht dat toelaat vol te houden

7  De ademtechniek en het “buzzen”

Diep inademen voor het begin van het blazen zal noodzakelijk zijn. Echter, eerst een paar maal diep in en uitademen zal de longen laten wennen aan deze inspanning. Eerst nog even heel diep uitademen en daarbij alle spieren in het lichaam even laten ontspannen is een goede tip voor beginners. Deze oefening helpt mee aan het zich ontspannen gevoel geven voor het blazen. Voor het blazen is het van belang voor een optimale luchtstroom rechtop te blijven staan. Dus het hoofd ten opzichte van de romp recht houden. Wanneer het hoofd naar opzij of naar beneden gehouden wordt zou dit de luchtstroom, en dus daarmee een goede klankvorm belemmerd kunnen

De lucht moet zoveel mogelijk in het middengedeelte van het lichaam opgeslagen worden omdat daar het meeste volume kan worden bereikt. Nadat het begin is gemaakt kan er na het diep inademen begonnen worden met langzaam onder druk uitademen van de lucht. Daarbij moeten de lippen worden samengeknepen. Druk met de middelvinger en de wijsvinger de lippen uit elkaar, dit is de goede stand van de lippen waarmee een geluid kan worden geproduceerd. Denk daarbij aan het geluid van een kind dat een autogeluid nabootst. In de muziek wordt deze oefening "buzzen" genoemd, "buzzen" kan een goede training voor het daadwerkelijke blazen vormen.

De oorzaak van onzuiverheid moet niet direct bij de hoorn of het mondstuk gezocht worden. Meestal is het de blazer en zijn blaastechniek in samenhang met de lip spanning, die oorzaak vormen van onzuiverheden in de toonvorming. Het is aan te bevelen om ruim voor het blaasseizoen al te gaan oefenen op het losse mondstuk.

8  De foute ondertoon

Zoals al enkele keren aangegeven is de midwinterhoorn een natuurhoorn. Daarom is het aantal tonen beperkt en komt het vaak voor dat de Midwinterhoorn een laagste toon kent die niet stemt met de ander daaropvolgende hogere tonen. We noemen deze toon voor het gemak maar even de foute ondertoon. Als men eenmaal weet hoe die toon geblazen kan worden, dan is het gemakkelijk om het blazen van die foute ondertoon ook te voorkomen. Deze lage toon mag niet op de hoorn geblazen worden, omdat de harmonieuze klanken van de andere te blazen tonen zou verstoren. De Midwinterhoornblazer kan, door goed naar zichzelf te luisteren, vaststellen of de geblazen toonopvolgingen ook onderling zuiverheid hebben. Is er sprake van onzuiverheid, dan is vaak de lipspanning in samenhang met de blaastechniek daarvan een oorzaak.

De eerste tonen afzonderlijk

Het is aan te bevelen om de eerste te blazen tonen elk afzonderlijk te leren blazen. Dus voor elke toon opnieuw aanzetten. Daarmee komt het gevoel voor de juiste lipspanning bij elke te blazen toon veel beter onder controle te krijgen. Bij oefeningen kunnen bijvoorbeeld oefening"politieauto"of "ziekenauto"prima van pas komen.

De eerste tonen in combinatie met elkaar

Begin altijd rustig met de lage toon. Dat is de toon die boven de foute ondertoon zit. Blaas de toon rustig aan en maak deze sterker. Het zal bijna automatisch gaan op de tweede toon erop te laten volgen. Lukt dit, dan is het de kunst om ook weer terug te gaan naar de eerste toon. Dit moet dan gebonden klinken. Dus niet steeds opnieuw aanzetten. Door meer kracht te zetten wil de toon altijd vanzelf hoger. De opbouw van een eigen Oal’n roop zal zeker de nodige tijd en oefening vragen. Doe daar rustig mee aan en blaas eerst wat goed gaat.

9  De toonomvang

Omdat bijna elke midwinterhoorn in vergelijking met een andere verschillend is qua lengte, houtsoort, houtdikte en luchtinhoud, is er maar een kleine kans dat zij onderling stemmen. Dit natuurinstrument bezit geen stembuizen. We moeten het dus doen met ons zelf, de Happe en de midwinterhoorn. Indien bovengenoemde aspecten nagenoeg identiek zijn, valt er met de lipspanning veel te regelen. Het blazen in ego vorm met twee midwinterhoorns is dan ook mogelijk. In de omgeving van de Havenhoek te Zelhern heeft deze echovorm reeds geklonken in de Adventsperiode 1989-1990. De toonomvang van de midwinterhoorn ligt bij een normale oefening conditie rond de zes tonen. Meerdere natuurtonen zijn zeker mogelijk.

De eerste tonen:

Bij begin van het blazen eerst rustig aan de lage toon inzetten. Vervolgens de tweede toon met wat meer kracht blazen en de derde toon met nog wat meer kracht even aanhouden. Hiermee is aan de omgeving duidelijk gemaakt dat de blazer een boodschap op zijn hoorn wil laten horen. Is men in staat een viertal opeenvolgende tonen met redelijke zuiverheid en in een aanvaardbare variatie ten gehore te brengen dan mag een blazer in staat worden geacht zijn of haar versie van "n' oal'n roop" aan de omgeving ten gehore te brengen.

De opbouw van "n' oal'n roop" is voor een groot deel afhankelijk van de blazer en de buurtschap waarvan de blazer deel uit maakt. Na de enkele tonen vooraf is het gebruikelijk tenminste driemaal een serie tonen te blazen die samen de boodschap vormen. Belangrijk daarbij is, dat er zoveel mogelijk een goede opbouw en afbouw van de boodschap in verwerkt zit.

10.  Het notenbeeld

De natuurtonen worden door middel van “noten” zichtbaar gemaakt op een “notenbalk”. De toonvorming is een combinatie van de toonhoogte en toonduur. De notenbalk is een combinatie van 5 lijnen en is verdeeld in vakken, de “maten”. Voor heel lage en heel hoge tonen worden hulplijnen gebruikt.

De tonen, van laag naar hoog worden vanaf de onderste lijn naar de hoogste lijn genoteerd. Iedere balk begint met een sleutel. De Midwinterhoorn is een hoogklinkend instrument, er wordt een G-sleutel gebruikt. Tevens wordt aan gegeven hoeveel tellen er in een maat zitten en hoe snel die melodie moet worden gespeeld. De onderstaande notenbalk staat in een vierkwartsmaat, 4 kwartnoten in een maat, met een tempo van 120 kwartnoten in een minuut.

Hier staan 6 kwartnoten in een oplopende- en aflopende wijze genoteerd.

In de onderstaande balken staan achtereenvolgend een hele noot, twee halve noten, vier kwartnoten, acht achtste noten en zestie zestiende noten.

                               Hele noot,             halve-,                 kwart-,                             achtste- en

                            zestiende noten.  De lengte van de maten varieert maar zij duren allemaal 4 tellen.


Behalve de Fagot behoren alle houten blaasinstrumenten (aerofonen) tot de notering en lezing van het notenschrift in de G-sleutel. De G-sleutel geeft aan welke lijn van de gebruikelijke 5-lijnige notenbalk de G1staat. Het sleutelteken (er zijn er wel tien) staat altijd vooraan de notenbalk. Het is de vervorming van de letter G. Voor de goede orde zullen we, indien gebruik wordt gemaakt van notenschrift, deze notering volgen. Voor zover mij bekend gelden er geen andere regels. Om de natuurtonen te registreren, qua hoogte en duur, worden de lijnen en noten van het notenstelsel gebruikt. Noten onder of boven de notenbalk worden met hulplijntjes genoteerd.